Er komen mensen in beeld die rechthoekige of ronde maskers dragen in de geelblauwe kleuren van minions. De gezichten op de maskers bestaan uit verschillende modellen, maar ze hebben met elkaar gemeen dat ze metaalachtig van aard zijn. Ogen als patrijspoorten met een broodrooster als mond eronder. Of hoekige ogen met gaten boven een langwerpige mondkap.
Verder hebben alle maskers eenzelfde embleem op het voorhoofd: een geel gehandschoende vuist. Die vuist staat symbool voor de actievoerende schoonmakers. In dit geval op het terrein van de TU Delft. De schoonmakers eisen betere arbeidsvoorwaarden en een redelijke loonsverhoging, maar vooral: erkenning.
Journalist Leon Verdonschot volgde een jaar lang drie schoonmakers die deel uitmaken van het zogenaamde schoonmakersparlement. Dat is een door henzelf opgezet platform dat in heel Nederland de belangen van schoonmakers behartigt en actie voert. In de documentaire komen schoonmakers aan het woord die aan het werk zijn, thuis voor hun gezin zorgen en die strijden om gezien te worden. Gezien te worden als mens.
Schoonmakers
In de organisatie waar ik voor werk, heb ik een collega die ik een paar jaar geleden voor het eerst tegenkwam toen hij als schoonmaker actief was. Herkenbaar aan zijn groengele kloffie. Volgens mij voelde hij zich daar niet gelukkig in. Inmiddels ken ik hem als een van de beveiligers van het gebouw. In die functie verricht hij behalve zijn taken als beveiliger ook werkzaamheden aan de receptie en helpt hij bezoekers. Hij draagt zijn uniform met die v op het hart. Zo trots als een vers afgestudeerde cadet van Star Fleet die zijn strakke maillots en omgekeerde v heeft gekregen. Hij komt veel vrolijker over en dat komt denk ik doordat hij gezien en gewaardeerd wordt.
Heel herkenbaar hoe onhandig of zelfs denigrerend kantoormedewerkers vaak omgaan met de schoonmakers die ervoor zorgen dat hun werkomgeving leefbaar blijft. Zelf voel ik me ook wel eens ongemakkelijk als ik naar het toilet wil en daar met een schoonmaker word geconfronteerd die net aan de slag is. Wat zeg je dan? “Ga vooral je gang, ik kom later wel terug.” Of erger: je loopt vanuit je stank tegen een schoonmaker aan nadat je zelf aan de slag bent geweest. Om de een of andere reden schaam ik me dan, terwijl ik er vroeger thuis geen probleem mee had als ik in zo’n situatie mijn moeder tegen het lijf liep. Dat voelde blijkbaar toch anders. Die nam mijn lucht voor lief.
Ik probeer schoonmakers altijd te groeten als ik ze tegenkom. Zeker in de ochtend, bij het begin van een werkdag, als iedereen op weg is naar zijn bureau of kantoortuin. Uit de documentaire blijkt dat dat ook zeer gewaardeerd wordt door de schoonmakers. Soms worden ze echt genegeerd, alsof ze er niet zijn. Alsof HET geen mensen zijn.
Wij zijn geen robots, maar mensen
Op een van de spandoeken van de demonstrerende schoonmakers met de maskers staat de volgende tekst: “Wij zijn geen robots, maar mensen.” Het woord robot is afgeleid van het Tjechische robota dat verwijst naar de verplichte, onbetaalde arbeid van een horige aan een heer. Het middeleeuwse lijfeigenschap. Zo slecht behandelen we schoonmakers nu ook weer niet, maar we mogen ze best beter betalen en meer waardering hebben voor hun, o zo belangrijke, werk. Want, zoals schoonmaakster en parlementslid Khadija het zegt: “Als ik de operatiekamer niet schoonmaak kunnen zij (de chirurgen) hun werk niet doen.”
In de week dat ik de documentaire over het schoonmakersparlement op Nederland 2 zag, waren robots in het nieuws. In Europa gaan stemmen op om robots mensenrechten te geven. Als het zover komt, kunnen schoonmakers voortaan eisen dat ze als volwaardige robots behandeld worden. Dat is pas vooruitgang.
Schoonmakers en hun parlement
De documentaire over het schoonmakersparlement vind je hier.
0 reacties