Er ligt een blauwe vuilniszak op de hoop vuilniszakken bij de boom. Een blauwe. Tussen de door de gemeente goedgekeurde zakken; groen (een grote zak voor restafval), rood (een kleinere zak voor restafval) of doorzichtig oranje (de plastic+ zak.) Niemand weet precies wat er, behalve plastic, inmiddels allemaal thuishoort in die laatste. Het is de LHBTQI+ zak onder het huisvuil. Het is alles behalve papier, GFT en de rest. En wat GFT dan precies is, daar verschillen de meningen ook over, maar het hoort in de groene vuilnisbak.
De vuilniswagen van Dar zal de stapel vuilniszakken op komen halen. De vuilnismannen pakken de zakken één voor één op en slingeren ze achterin de grote wagen. Zakken die niet goed zijn dichtgeknoopt, of zijn opengescheurd, sproeien hun inhoud over straat. De plastic+ zakken worden links in de wagen gesmeten, de rode en groene restafvalzakken rechts. Daar heb ik op gelet. De blauwe zak zal blijven liggen. Die nemen ze niet mee. Het is immers geen goedgekeurde zak. De blauwe zak is van niemand. Niemand ontfermt zich erover. Niemand die denkt: ach, die arme zak. Of: ach, die arme boom. De zak en de boom zijn tot elkaar veroordeeld. Overgeleverd aan het leven op straat. De boom kan daar wel tegen. Die staat er al jaren. Katten klimmen in zijn stam. Vogels nestelen zich in zijn takken. Honden plassen tegen hem aan. De wind slaat om hem heen, de regen striemt zijn bast en bladeren. De zon droogt en brandt zijn bloesems.
De blauwe vuilniszak zal ervan langs krijgen. Katten krabben aan zijn vel. Trekken zijn ingewanden naar buiten. Honden snuffelen eraan, proeven van wat eetbaar lijkt. Ratten zullen ook een kijkje komen nemen, gelokt door de zoetige geur van rotting en verderf. Het afval zal door het gescheurde plastic uitpuilen en rondom de boom komen te liggen. De wind zal het de stoep op waaien, en verder jagen, door de straat. Auto’s zullen de troep tot moes rijden op de klinkers. Het plastic van de zak zal in minuscule stukjes uiteenvallen en zich door de wijk verspreiden, aan struiken en planten blijven hangen, tussen straatstenen en in gemeenteplantsoentjes terechtkomen.
De buren zullen klagen. Huisgenoten zullen om actie vragen. Muizen, op zoek naar meer snacks, zullen zich een weg naar binnen knagen en ons in onze slaap belagen. Tot we ze uitroeien met vallen en gif. En over twee weken begint het weer opnieuw. Rode zakken, groene zakken, doorzichtig oranje zakken. En een andere. Misschien blauw, of zwart, of niet eens een zak. Ik zeg: we kunnen ons afval ook gewoon direct op straat flikkeren en de ratten uitnodigen voor een afvalgebakje met een kopje vuilniswater. Na corona komt de pest.

De straat ligt er nu nog vredig bij.
2 reacties
Madelon · 18 mei 2020 op 08:50
Hihi heel leuk, doet me denken aan een gevattere schrijfstijl dan toon tellegen!
Linda Schlief · 18 mei 2020 op 08:52
Haha bedankt voor het compliment!