Ik was pas met mijn vader op bezoek bij een vroegere vriendin van hem en mijn moeder. De vriendin woont samen met haar man in een rustig plaatsje, met een keurig onderhouden tuin. Daar haalden we herinneringen op. Aan mijn moeder, aan gezamenlijke vakanties in mijn jeugd en hun jongere jaren. Tijd vliegt als je ouder wordt.

Terwijl ik in de tuin zat, viel mijn oog op een rupsje dat zich hardnekkig vastklampte aan het blauwe tafelkleed voor mijn neus. Het kroop langzaam omhoog richting het tafelblad en het koffiekopje dat daar op stond. Even later keek ik weer naar de rups. Het diertje was succesvol op de tafel geklommen. Ineens viel me iets op: de rups die eerst groen was, leek gedeeltelijk blauw te zijn geworden. Ik knipperde met mijn ogen, maar dat veranderde niets aan mijn waarneming. Om zeker te weten dat ik niet aan wanen leed, zocht ik deze kwestie later uit. Een artikel op scientias.nl stelde me gerust: rupsen van de peper- en zoutvlinder kunnen inderdaad hun kleur aanpassen op hun omgeving!

Onlangs zat ik met mijn inmiddels meer zout- dan peperkleurige haar bij de kapper. De manier waarop rupsen naar believen hun huid van kleur veranderen, doet mij denken aan de manier waarop mensen de kleur van hun haar wijzigen. Soms met catastrofale gevolgen. Toen ik op de middelbare school zat, was er een jongen in mijn klas die in al zijn puberangst van de muziek van Nirvana hield. Daarnaast probeerde hij uitdrukking te geven aan zijn ontluikende identiteit door te experimenteren met zijn haarkleur. Het ene moment was het rood, dan oranje, om daarna als een stoplicht weer op groen te springen.

Het spul dat hij gebruikte om zijn haar te verven, maakte echter zijn haar stuk. Het begon er steeds rafeliger uit te zien. Als een stuk touw aan het eind van zijn leven. Bovendien viel een deel van zijn haar uit, waardoor hij er als tiener al uitzag als een kalende man op leeftijd. Daarom hield hij noodgedwongen op met het kleuren van zijn haar. Hij moest voortaan door het leven met zijn eigen beschadigde blonde haar. Hij had dit allemaal kunnen voorkomen door niet te doe-het-zelven, maar de hulp van een professionele kapper in te roepen.

Toen ik bij de kapper plaatsnam om de kruinen in mijn nek weer eens aan te laten pakken, zat er schuin tegenover mij een vrouw die haar haar wilde laten blonderen. Daar reageerde de kapster terughoudend op: zij wilde weten of de vrouw pas een plantaardig middel had gebruikt voor het haar. Dat bleek inderdaad het geval. Vervolgens legde de kapster uit dat daar risico’s aan zaten: mogelijk zou het haar daardoor te bleek worden bij behandeling. Zij ging pas aan het blonderen nadat ze eerst met een expert op afstand had gebeld en alleen nadat ze met de klant overeen was gekomen dat ze eerst een klein stukje als test zou doen. Dat betekende wel dat de vrouw, als het goed ging, op een andere dag langs moest komen om het af te maken. Volledig terecht, lijkt me.

Zelf waag ik me niet aan experimenten met mijn haarkleur. Ik zal nooit een opzichtig paraderende vlinder zijn. Hooguit een peper- en zoutvlinder. En die zijn eigenlijk best cool, al zie je ze dus minder goed door hun camouflagetrucs.


0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.