Ik ben op weg naar de supermarkt. Terwijl ik een weg nader die ik over moet steken, fietst er een meisje op die weg, aan de andere kant. Ze heeft een plastic zak vast die onhandig aan haar stuur hangt. Opeens glipt die zak van het stuur af en kletsen haar boodschappen op straat. Ze stopt geïrriteerd, zet haar fiets op de stoep en loopt terug om het spul op te rapen. De fiets staat echter niet goed en valt om. Vloekend raapt ze haar plastic zak op en worstelt daarna haar fiets weer overeind. Ze heeft, zoals Ronald Goedemond zou zeggen, ruzie met de dingen. Ondertussen ben ik weinig behulpzaam, omdat ik net te ver weg was om te kunnen helpen.
Dat is erg jammer, want het voelt goed om iemand te helpen en soms ook om geholpen te worden. Zo werd ik blij verrast toen ik bijkwam nadat ik flauw was gevallen tijdens mijn eerste corona-vaccinatie, doordat er een leuke vrouw was die zich om mijn lot bekommerde. En toen ik onlangs een lezing bezocht was er een man die halverwege besloot om te vertrekken, maar die daarbij zijn handschoenen vergat. Zijn gezicht lichtte op toen ik hem die achterna kwam brengen.
Het scheelt een hoop als we een beetje behulpzaam zijn. De mensheid heeft trouwens alles te danken aan haar vermogen om samen te werken. Als individueel dier in de wildernis redden we het niet lang. Binnen de kortste keren zijn we dan de lunch van iets met meer spieren, klauwen en langere tanden. Hoe wij mensen goed met elkaar samen kunnen werken, zie ik ook als ik met mijn Nijmeegse koor (Popolo) een kerstoptreden voorbereid. Zingen in een koor doe je echt samen en als je een optreden hebt op een kerstmarkt in Kleef, zijn er ook logistieke voorbereidingen. Zowel de koorleden als de piano komen niet zomaar daar. Gelukkig kregen we dat samen voor elkaar.
Ik reed samen met het grootste deel van de koormannen mee in de auto van de voorzitter. Die gaf daarmee zelf het goede voorbeeld door ons op te pikken en te vervoeren. Toen we na drie keer opgetreden te hebben op de kerstmarkt van Kleef aanstalten maakten om de auto weer op te zoeken gloeiden we tevreden na van zowel de glühwein als de warme reacties van het publiek en de plaatselijke organisatie.
Op weg naar de parkeerplaats kwamen we een doorzichtige pilaar tegen met water erin en een zwengel eraan om dat water omhoog te laten golven. Een van onze koormannen kon de verleiding niet weerstaan om de zwengeluitdaging aan te gaan. Hij deed zijn best om het water omhoog te stuwen, maar toen kwamen er een paar Klevenaren aan die demonstreerden hoe het echt moest. De golven konden duidelijk nog hoger. Na een paar vriendelijke woordenwisselingen in (van onze kant) matig Duits vervolgden we onze weg.
Gedurende de terugreis naar Nijmegen met de auto van de voorzitter bleven de ramen aan de binnenkant maar beslaan ondanks dat de airco aanstond. Alleen de voorruit en de achterruit bleven helemaal vrij van vocht. Toen we Nijmegen binnenreden en moesten wachten voor een stoplicht sprak iemand in de auto naast die van ons, onze chauffeur aan. Nadat deze zijn raampje omlaag had gedraaid kregen we vanuit de andere auto spontaan nuttig advies over de airco. Blijkbaar stond het knopje op de verkeerde stand, zodat de condens niet wegtrok. Als dat niet behulpzaam is, weet ik het niet meer. Zo kwamen we met helder zicht en een warm kerstgevoel thuis. En dat terwijl het nog een paar weken zou duren voordat het écht kerstmis is.
 
													 
													 
													
0 reacties