De overbuurvrouw heeft haar schouderpees gescheurd terwijl ze wandelde met onze pup Bella. Het waaide hard en Bella rende plotseling achter een wervelend blaadje aan, vlak voor de voeten van de oude buurvrouw, waardoor zij over de dolle pup heen viel. Dat oppasadres kunnen we voorlopig dus wel vergeten, maar gelukkig neemt ze het Bella niet al te kwalijk. Het is de grootste uitdaging bij de puppytraining: de aandacht van je hond vasthouden, zodat hij/zij niet achter blaadjes, vogels, andere honden of mensen aan rent en niet aan de lijn trekt, maar netjes naast je loopt. Dat verloopt dus nog niet geheel vlekkeloos: het is een work in progress.
Het lijkt zo simpel, maar een hondenbrein werkt niet zoals dat van een mens en Bella heeft de concentratieboog van een garnaal. Het is een kwestie van consequent zijn en blijven proberen; zo’n pup is één grote oefening in geduld. De puberzoon van mijn vriend wilde graag dat Bella een poot leert geven. Niet dat dat nodig is, maar het is wel leuk. Als hij het drie keer geprobeerd heeft, concludeert hij dat onze hond gewoon niet zo slim is. Ik betwijfel of het kunnen leren van kunstjes iets te maken heeft met intelligentie, maar ik zet braaf de oefeningen voort in de hoop op resultaat. Ik zeg “zit”, wat ze al kan, en vervolgens “poot”, waarbij ik haar pootje vastpak alsof we handen schudden, en geef haar een brokje. Na drie dagen oefenen snapt ze nog steeds niet dat die pootbeweging haar een brokje oplevert.
Zou ze dan inderdaad niet zo slim zijn, of moet ik meer geduld met haar hebben, net als met mezelf? Als ik zelf aan iets nieuws begin, hoop ik namelijk ook stiekem dat ik het in één keer perfect doe. Zo kwam ik mezelf een tijd geleden al tegen bij het repeteren van liedjes met mijn toenmalige bandje. Deden we een nieuw nummer met een lastige inzet die ik niet direct onder de knie kreeg, dan schaamde ik me dood, tot tranen aan toe. Slaat nergens op natuurlijk. De volgende repetitie ging het al beter. Laatst wilde ik – geïnspireerd door Project Rembrandt – een portret schilderen en werd chagrijnig toen het niet direct lukte. Na een pauze zag ik ineens dat een paar extra penseelstreken al verschil maakten, en ik kreeg de smaak weer te pakken.
Ook nu ik een cursus “Comedy Schrijven en Spelen” volg, betrap ik mezelf erop dat ik het liefst in één ruk een hilarische conference wil schrijven. Dat kan natuurlijk niet. Sterker nog: de docent heeft me op het hart gedrukt dat je jezelf alleen maar blokkeert als je probeert grappig te doen. Niet grappig doen dus. Maar het moet wel grappig worden. Nee, het moet níet grappig worden. Dat komt wel. Later. Na heel, heel, heel veel oefenen. Even geduld a.u.b.
Afgelopen weekend oefende ik een dag lang aan een korte zelfgeschreven conference, als onderdeel van een paar workshops. Met de feedback van de docent (een ervaren conferencier, cabaretière, of hoe je het wilt noemen) werd mijn “bijna grappige tekst” omgevormd tot een stuk waar aan het eind van de dag toch een klein publiek om heeft zitten lachen. Oefening baart dus zeker kunst, maar feedback en stimulans van iemand met ervaring, die erin gelooft dat het goedkomt is ook goud waard!
Afgelopen vrijdagochtend oefende ik weer “poot” met Bella en zowaar: ze geeft me een poot! Hysterisch van blijdschap stop ik haar het brokje toe en knuffel haar. Ik wist het! Wát een tophond. Ineens lijken die paar dagen van oefenen helemaal niet zo lang meer en ben ik ervan overtuigd dat Bella ontzettend intelligent is. Zij gaat nog grootse dingen bereiken.
2 reacties
Hennie Fernhout · 15 april 2019 op 11:03
Goede en grappige columns heb je al vaak gemaakt. Maar deze is wel geweldig leuk!
Linda Schlief · 15 april 2019 op 11:06
Dankjewel, Hennie! Oefening baart blijkbaar echt kunst 😉