Ik heb onlangs een naaimachine gekocht. Al een tijdje speelde ik met het idee dat het wel leuk en handig zou zijn om het een en ander te kunnen repareren en (ver)maken. Broekspijpen korter maken, gaten dichten, zelf zomerjurkjes maken zodat ik niet meer hoef te winkelen: dat lijkt me wel wat.
Vol goede moed pakte ik de machine uit en bekeek de handleiding die erbij zat. Ineens ging er een wereld voor me open! Een wereld met een nieuwe taal vol persvoeten, draadhevels, spoeltjes, voorkapjes en steeklengteknoppen. Enthousiast begon ik me te verdiepen in de onderdelen van de naaimachine. Ik had nog geen stof om iets mee te gaan doen, maar ik wilde toch al iets proberen. Dus begon ik bij stap 1: een spoeltje vol winden. Met de klemtoon op “vol” en niet op “winden”, zoals ik bedacht toen ik klaar was met giechelen.
Gelukkig legde het bijgesloten boekje mij geduldig en stap voor stap uit hoe ik te werk moest gaan: een klosje garen en een viltje op de garenpen, het draadje via de spanningsschijven door het gaatje van de spoel, die op de spoelwinderas geplaatst wordt, en daar gaan we! Opgewonden drukte ik het gaspedaal, ik bedoel voetpedaal, in en zag ik het naaigaren van het klosje garen afwikkelen om vervolgens om het spoeltje gewonden te worden. Een gevoel van overwinning maakte zich van mij meester. Stap 1 is in the pocket! Aangemoedigd door dit succes ging ik naar stap 2. De bovendraad inrijgen. Hiertoe diende ik met de draad een vijftal pijltjes te volgen, als een speurtocht over de machine. Van rechts naar links, van boven naar beneden en weer omhoog, langs een haakje en weer omlaag, hup, door de naaldklem en de naald in. Nou ja, dat laatste is makkelijker gezegd dan gedaan, maar ook dit lukte me. Ik kreeg de smaak te pakken.
Wat volgde was het plaatsen van een spoeltje in het spoelhuis en het ophalen van de onderdraad, en de machine was klaar voor gebruik. Bij gebrek aan een oefenlapje of ander stuk stof pakte ik maar een oude linnen zakdoek. Spontaan ontstond er een idee. De afgelopen weken heb ik bierdopjes gespaard, met het idee deze ergens in te stoppen zodat het een rammelend speeltje voor onze half jaar oude pup kan worden.
Ik vouw de zakdoek dubbel en leg hem onder de persvoet. Ik klik het lampje aan en geef gas. Eerst een stukje vooruit, dan achteruit en weer terug om de draad goed vast te zetten (dit had ik op een YouTube video gezien) en vervolgens ra-ta-ta-ta-ta langs de randen van de zakdoek. Ik naai hem aan drie kanten dicht: zo wordt het een zakje. Halverwege, na een bocht, vergeet ik de persvoet weer omlaag te zetten en de hele boel loopt vast. Een dikke prop draad verzamelt zich onder de naald. Gelukkig heb ik door wat er misgaat en ik peuter het spul weer los.
Als de zakdoek een zakje is, stop ik de lege bierdoppen erin en naai het geheel dicht. Trots knip ik de draad af. Wat een lelijk hondenspeeltje! Maar wel een zelfgemaakt hondenspeeltje. Enthousiast presenteer ik het aan de nieuwsgierig toekijkende hond. Ze snuffelt er argwanend aan en kijkt me aan. “Is dit het?” lijkt ze te denken. “Kijk dan, Bella! Een speeltje! Kijk, het rammelt! Pak het dan! Pak het dan!” roep ik, al rammelend met het zakdoekzakje. Voorzichtig pakt ze uiteindelijk het speeltje vast tussen haar voortanden en loopt ermee naar haar matje, waar ze het behoedzaam neerlegt. Ze ploft neer en zucht. Nog even oefenen, Linda.
													
													
													
0 reacties