Al wekenlang zit het liedje “Simone” van The Kik in mijn hoofd, maar dan gezongen met het woord “Corona” in plaats van “Simone”. Ook “My Sharona” van The Knack staat op de afspeellijst in mijn hoofd; hier op ludieke wijze vervangen door “My Corona”. En als je denkt dat mijn hoofd het hierbij laat heb je het mis, want ook het refrein van “Don’t stand so close to me” van The Police blijkt toepasselijk in deze tijd. Ik zou wel over iets anders willen schrijven dan de pandemie, maar ik kom er niet onderuit.
Het afspelen van geinig verhaspelde liedjes is namelijk niet het enige wat ik mezelf aandoe. Vreemde, onverwachte tijden met veranderingen en onzekerheden zijn niet mijn sterkste kant. Ik vind het van een afstandje altijd wel exciting (het betere woord voor opwindend, maar dan platonisch) maar in de praktijk ben ik er niet zo goed in. Er komt iets om de hoek kijken dat Engelstaligen anxiety noemen. Voor zover ik weet is daar geen goede vertaling voor, maar het is een mix tussen stress, angst en je zorgen maken. Gewoontegetrouw zoek ik in zo’n situatie mijn toevlucht vanaf de bank tot de eeuwig afleidende en daardoor verdovende sociale media.
Zonder écht sociaal contact lijken sociale media een goede vervanging om in contact te blijven met vrienden en familie. Dat is het ook. Maar voor prikkelgevoelige zieltjes zoals ik is het vooral een groot zuigend zwart gat vol informatie. Er lijkt een wedstrijd geopend te zijn: wie haalt het meeste uit deze coronacrisis? Wanneer ik Facebook en Instagram open, zie ik dat er allerlei mooie initiatieven ontstaan om elkaar te helpen. Van kaartjes en cadeautjes naar eenzame bejaarden naar applauzen voor zorgmedewerkers, het huisvesten van daklozen, gezamenlijk muziek maken vanaf je balkon, boodschappenservices, inzamelingsacties voor mondkapjes en artiesten die live optredens streamen. Prachtig! Ook ondernemers trekken al hun creativiteit uit de kast om ook in deze tijden inkomsten te genereren en hun klanten van dienst te zijn. Lessen, cursussen en trainingen worden digitaal gegeven via videoconferenties. Kappers bieden doe-het-zelf-kits aan om je uitgroei bij te werken; winkels en restaurants gaan bezorgen of bieden een afhaalservice aan; er worden inzamelacties georganiseerd om de cultuursector, sekswerkers en horeca enigszins te ondersteunen. Iedereen is druk, druk, druk.
Dan zijn er ook nog de mensen die ineens thuiszitten en maar beperkt thuis kunnen werken, of ineens veel meer tijd over hebben omdat ze niet meer in de file hoeven te staan en productiever werken vanuit huis. Zij beginnen spontaan te vloggen over hun leven in quarantaine. Ze ontdekken nieuwe hobby’s, gaan uitgebreid koken, leren een nieuw instrument bespelen, skypen dagelijks met vrienden en doen al die klusjes in huis die ze al jarenlang wilden doen. Ook krijgen ze heldere inzichten over wat er nu echt belangrijk is in het leven. Misschien gaan ze alles wel anders doen, straks, als het over is.
Met hevige hoofdpijn, knerpende keelpijn en een helse hoest lig ik op de bank, en ik baal. Op het schrijven van een gedichtje na heb ik geen creatieve, sociaal maatschappelijke bijdrage kunnen leveren aan mijn medemens. Van mijn hobby’s komt niets terecht en ik heb geen geld om te doneren. Ik kan prima werken vanuit huis, maar nu even niet. Ik wil zingen, maar mijn keel doet pijn. Dansen, maar mijn rug zit vast. Schrijven, maar mijn hoofd zit vol snot. Helpen, maar ik mag het huis niet uit. Digitale danslessen, webcam-cabaret en video-vergaderingen. Daar moeten we het mee doen. Het lijkt erop dat ik niet het meeste uit de coronacrisis haal. Dus post ik maar weer eens een selfie op Instagram, bekijk een leuke video en doe ik mee aan zo’n Facebook-uitdaging.
Het internet vertelt me dat ouderen in verpleeghuizen geen bezoek meer krijgen. Dat verstandelijk beperkte mensen en dementerenden dat niet kunnen snappen. Dat mensen worden gescheiden van hun kinderen of ouders. Dat verpleegkundigen en artsen overuren draaien en vervolgens geen eten meer kunnen krijgen in de leeggehamsterde supermarkten. Dat ouders nu naast thuis te moeten werken ook hun kinderen moeten vermaken en het liefst ook nog met hun schoolwerk moeten helpen. Dat alles waar we zo naar uit hebben gekeken afgelast wordt. Dat mensen in quarantaine op IC’s sterven zonder hun dierbaren om hen heen. Dat er in Italië geen plek meer is in mortuariums. Opgestapelde doodskisten. De vluchtelingenkampen op Lesbos. Sloppenwijken in Afrika. Mensen die dicht op elkaar wonen. Geen stromend water, geen zeep, geen kans. Ik denk aan vrienden, familie en eigenlijk iedereen die nu alleen woont en de komende 2 maanden niemand aan zal mogen raken. Huidhonger krijg je ervan. Geen knuffel, geen hand, geen kus. We verliezen allemaal.
De sociale media waarop ik normaalgesproken mijn afleiding vindt, is nu meer dan ooit kolen op het vuur van zorgen in mijn hoofd en onrust in mijn lijf. Natuurlijk zit er om elke wolk een zilveren randje. Uit alle ellende is een les te trekken. Voor de zoveelste keer neem ik me voor simpelweg mijn telefoon weg te leggen en gerichter contact en informatie te zoeken, in plaats van eeuwig te scrollen en berichtjes te bekijken. Dan stopt misschien eindelijk die corona-afspeellijst in mijn hoofd en ontstaat er ruimte voor iets mooiers, voor nu en voor straks, als het over is.
0 reacties