Het klinkt als het begin van een sprookje of een slechte grap. Er was eens een vrouw in Doetinchem en die struikelde over een wolf in haar achtertuin. Maar we weten allemaal dat de werkelijkheid soms vreemder is dan welk verhaal dan ook. En zo gebeurde het dat een jonge wolf zijn toevlucht nam tot een rijtjeshuistuin omdat hij moe was geworden van zijn omzwervingen. Bij die omzwervingen was hij eerst al gestuit op mevrouw de Wolf-De Wolff (echt waar). Hij lag net lekker te slapen toen hij voelde hoe hij geprikt werd, en kort daarna voelde hij helemaal niets meer. Tot hij weer wakker werd in het bos en nog vaag het gevoel had dat hij in de wereld van de mensen was geweest. Maar misschien had hij dat gedroomd.

Het komt niet vaak voor dat een wolf zich zo dicht in de buurt van mensen waagt. Althans: het zit niet in hun natuur om zich met mensen in te laten. Toch is het de afgelopen jaren op de Veluwe meerdere keren voorgekomen dat mensen oog in oog stonden met een wolf. En dat terwijl ze zich keurig aan de regels hielden en niet het directe leefgebied van het dier betraden. Gevolg: de betreffende wolf werd afgemaakt, omdat hij een gevaar zou vormen voor de bezoekers van het park. Dat was niet het lot van de achtertuinwolf, maar blijkbaar krijgen wolvenwelpen van hun ouders niet altijd het waarschuwende advies mee dat ze bij mensen uit de buurt moeten blijven. En dat terwijl de Grote Boze Wolf bij de Grote Boze Mensen lang niet altijd op sympathie kan rekenen.

Hoe komt het dat wolven steeds tammer gedrag vertonen? Blijkbaar raken ze aan mensen gewend; misschien associëren ze mensen ook met voedsel – als voedselverstrekkers dan, niet zozeer als mogelijke prooi. Is de natuur in de war? Hebben we de wereld zo vol gebouwd dat er eigenlijk te weinig ruimte overblijft voor de natuur? En de grootste vraag, die mij af en toe bezighoudt: zijn wij mensen vergeten dat we zelf ook onderdeel zijn van die natuur?

Neem nou het voorbeeld met die wolf in de achtertuin: als de wolf wakker geworden was of van zich had afgebeten, was het misschien anders afgelopen. Dan was er misschien besloten om het dier geen verdoving toe te dienen, maar een vloeistof die ervoor zorgde dat hij nooit meer wakker zou worden. De mens staat ‘immers’ boven de wolf, en de mens moet beschermd worden. Uit alle sprookjes en legendes die wij kennen blijkt immers dat we de wolf niet kunnen vertrouwen: hij eet grootmoeders met huid en haar op, en geitjes lust hij ook graag. Dat de wolf is overgeleverd aan het oordeel van de mensen blijkt ook uit Peter en de wolf van Prokofjev. Peter vangt een wolf in zijn achtertuin, maar vraagt de jagers die hem willen doodschieten dat niet te doen. Hij wil dat de wolf in een dierentuin gezet wordt. Daar waar de wolf geen gevaar meer is voor de mensen.

Of dierentuinen nog zouden moeten bestaan, is een andere discussie, maar ik vraag me weleens af hoe het komt dat er geen hok gereserveerd is voor ‘de mens’ (lees hierover vooral de vermakelijke roman A man in the zoo van David Garnett). Wij zijn toch net zo goed een diersoort? Wij zijn als soort echter behoorlijk losgezongen geraakt van de rest van de natuur. We houden van de natuur als decor, en vinden dieren leuk zolang ze ons leven niet verstoren. Ook ik zou behoorlijk schrikken als in een wolf in mijn achtertuin zou aantreffen (al is het maar omdat ik geen achtertuin heb). En die grote klauwen en grote tanden vind ik toch ook niet zo’n prettig aangezicht.

De laatste jaren zijn verschillende sprookjes herschreven om ze meer in lijn te brengen met onze moderne opvattingen. Waarom zijn meisjes altijd prinsessen en zijn ze van ridders (dus: mannen) afhankelijk om gered te worden? Misschien zouden we ook de wolf een andere rol moeten geven. Wie zegt dat Doornroosje een vrouw was? Misschien lag er wel een wolvin in de kasteeltoren te wachten tot ze gekust werd door een prins. Of in een achtertuin natuurlijk.


0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.