Sinds afgelopen zomer heb ik pianoles. Eindelijk, want ik roep al lang dat me dat leuk lijkt. Vooral omdat ik in de afgelopen jaren zelf wat kleinkunstliedjes heb gemaakt. Tot nu toe heb ik altijd een pianist of een opname van de muziek nodig om me bij de uitvoeringen te begeleiden. En zelfstandig als ik ben wil ik dat natuurlijk zelluf doen.
Vroeger heb ik wel keyboard-les gehad, en ergens de afgelopen 10 jaar heb ik ook nog een blauwe maandag een online cursus gevolgd en wat geoefend op een geleend keyboard. Ik begin dus niet helemaal blanco. En mijn doel is niet de nieuwe Cor Bakker te worden, eerder een soort Claudia de Breij. Wat akkoorden spelen om een liedje te ondersteunen; dat moet lukken toch?
Al snel wordt me duidelijk dat de professionele pianisten die de begeleiding van mijn liedjes geschreven hebben zich er niet makkelijk vanaf gemaakt hebben. Zelf schreef ik de teksten, de twee pianisten die ik tijdens de cursussen tot mijn beschikking had creëerden daar melodieën bij. Fascinerend hoe schijnbaar eenvoudig zij dat konden. Toen ik eenmaal hun hanenpoten en cryptische aantekeningen (nooit bedoeld om door een leek als ik gelezen te worden) ontcijferd had, bleek het geen beginnersmateriaal. Oké, geen paniek. We beginnen gewoon eerst met wat andere liedjes en oefeningen.
Wist je dat je niet alleen bladmuziek kunt vinden op – al dan niet betaalde – websites en apps, maar dat je deze ook kunt laten omzetten naar een eenvoudigere versie? Wat een uitvinding. Zo begon ik met een van mijn favoriete liedjes Somewhere only we know van Keane. En later, omdat ik van de pianodocent ook het voetpedaal onder de knie moest krijgen, I would stay van Krezip. Zo’n typisch liedje wat elke gitaarspelende hipster bij elk kampvuur tevoorschijn tovert. Dat kan ik nu dus bijna op piano. Die is alleen wat moeilijker mee te slepen naar een kampvuur, en heeft een stopcontact nodig.
Mijn elektrische piano scoorde ik tweedehands via Marktplaats; voor zestig euro, inclusief standaard en voetpedaal. De jongen die hem verkocht ging emigreren; zijn djembé moest hij ook kwijt, die nam mijn vriend mee voor twintig euro. Wie weet waar dat nog toe gaat leiden. Voorlopig staat de piano mooi op zolder en kruip ik er elke dag even achter. Ik krijg er plezier in. Van popliedjes tot pedaal-oefeningen en klassiekers als When the saints go marching in. Mijn vingers moeten nog wennen aan de bewegingen, ze zijn vooral gewend te typen. Soms heb ik er zelfs spierpijn van.
Tijdens de lessen die ik om de week volg voel ik hoe mijn brein letterlijk geactiveerd wordt; er worden nieuwe paadjes aangelegd. Met twee handen tegelijk (of nog even om-en-om) spelen, en dan ook nog je voet aansturen. Akkoorden weten te vinden in verschillende samenstellingen, ritme houden, meezingen. Niet alles tegelijk, herhalen, herhalen, herhalen. En merken dat het steeds beter gaat! Binnenkort ga ik zelf een liedje maken, from scratch. Zodat ik zeker weet dat ik het ook kan spelen.
Met een speciale pianoles-dobbelsteen gooide ik Dm, F en G. Dat worden de akkoorden voor mijn nieuwe liedje. Waarover het gaat? We gaan het meemaken. Ik ben benieuwd wat mijn vingers, brein en piano samen gaan creëren.
													
													
													
0 reacties