Het moment dat we allemaal aan zagen komen was er dan echt afgelopen week: het kabinet viel. Volgens mij gingen er niet veel mensen vanuit dat dit kabinet het vier jaar vol zou houden. Ik in ieder geval niet. Dus toen ik dinsdag in de familie-app het gedeelde nieuwsbericht zag verschijnen, was ik niet echt verbaasd.
Ik voelde overwegend blijdschap, of in ieder geval opluchting. Maar ook iets van vermoeidheid. Daar gáán we weer. Net zoals met groter, extremer wereldnieuws begin ik een beetje numb te worden. Hoe vaak hebben we dit al niet meegemaakt? Er wordt gesproken van een kabinetscrisis, maar het voelt niet echt als een crisis. Het is eigenlijk de eerste echte actie die dit kabinet voor elkaar krijgt. Na een jaar lang aanmodderen had dit xenofobe houtje-touwtjekabinet echt helemaal niets voor elkaar gekregen, ondanks een historisch lange aanloop waarbij er toch duidelijke afspraken waren gemaakt. Niet dat ik er rouwig om ben. Ik ben er duidelijk over dat dit kabinet wat mij betreft nooit aan had hoeven of mogen treden. Als er zo lang over de grondwet gediscussieerd moet worden omdat je plannen daar zo mee in strijd zijn, heb je volgens mij als partij geen bestaansrecht. Laat staan regeerrecht. En als andere partijen met zo’n partij samen willen werken zijn ze al net zo gevaarlijk.
Hoe vaak hebben we dit al meegemaakt? Ik zocht het even op. Sinds ik in 2010 voor het eerst mocht stemmen hebben we vijf kabinetten gehad waarvan er slechts één de gehele regeringsperiode heeft uitgezeten. Maar ook verder terug zie ik crisis op crisis: sinds 1945 hebben maar acht van de 32 regeringen hun hele periode uitgezeten. Eigenlijk is het dus niets raars, zo’n kabinetsval. Misschien is het wel inherent aan ons systeem, waarbij partijen altijd moeten samenwerken. En ook al geeft het bizar lange formatietijden en soms bijna onmogelijke samenwerkingen en compromissen met de tientallen partijen die wij hebben: ik heb dit toch liever dan een tweepartijenstelsel waarbij je soms moet kiezen tussen twee kwaden of twee uitersten. De wereld is niet zwart-wit, dus een keuze voor een regering moet dat ook niet zijn.
Hoewel ik enerzijds blij ben dat kabinet Schoof/Wilders tot een eind is gekomen, ben ik anderzijds bang voor wat er hierna komt. Kan het nog erger? Toch zie ik de kabinetsval en de nieuwe verkiezingen ook wel weer voor wat ze zijn: een kans dat het beter wordt. Ik hoop dat feiten en wetenschap in de komende campagnes een grotere rol gaan spelen dan de leugens en fabels die we de afgelopen jaren zagen. En idealen, laten we die niet vergeten. Dit is de kans om groot te dromen en ons niet bang te laten maken voor elkaar of ‘de ander’. Lees anders mijn pogingen tot het verwoorden van een ideale samenleving nog eens na, ter inspiratie (deel 1 en deel 2)! Here we go. Again.
 
													 
													 
													
0 reacties