Ik staar naar een wit vel papier naast het vertrekstaatje van de bus. Lijn 50 (de mijne, uiteraard) is op zaterdag 27 september (dat is vandaag) opgeheven vanwege festiviteiten. Zuid-Europa – het zal ook eens niet. Dan zie ik dat ik niet goed gelezen heb. De buslijn rijdt nog gewoon tot 17 uur, en dat is het nog niet. Opgelucht plof ik neer op het bankje. Nog geen drie minuten later herhaalt de scène zich: een vrouw staart fronsend naar het vel papier en wendt zich dan tot mij. Of ik weet wat voor feest dat dan wel is.

In de verte klinkt een blikkerige Franse stem. Dan komt er een wrakkerig autootje aanrijden met speakers op het dak. Uit de luidsprekers schalt het antwoord: in de arena van Saintes-Maries-de-la-Mer vindt vanavond een heus paarden- en stierenspektakel plaats. Het voelt alsof ik ben beland in een iets modernere versie van La strada van Federico Fellini. Komt allen, de boeienkoning vertoont vandaag op de jaarmarkt zijn kunsten!

Het zou me niet moeten verbazen, in de Camargue maken paarden en stieren onderdeel uit van de cultuur – je kunt overal paardrijden, stierenvlees is hier een specialiteit en bij optochten en parades kun je er redelijk zeker van zijn dat er behalve mensen ook dieren mee draven. En de vele antieke theaters die de Romeinen hier in de regio (die zij Gallia narbonensis noemden) achterlieten lenen zich uitermate goed voor zulk machtsvertoon. Want dat is het: mensen voelen de behoefte om dieren te onderwerpen. Het liefst met publiek. Zo bekeken is er eigenlijk weinig veranderd sinds de tijd van de gladiatoren – behalve dan dat er niet langer twee mensen tegenover elkaar worden gezet om het uit te vechten. In ieder geval niet tot de dood erop volgt.

Ik snap niet wat de lol is van zo’n spektakel – waarom zou ik willen zien hoe een paard rondjes loopt als ik ze ook in de vrije natuur voorbij kan zien rennen, gewoon uit het raampje van de bus? En vooral: waarom zou ik willen zien hoe een stier gesard en getart wordt? Als de mens écht zo superieur is als hij denkt, zou hij zich dan niet juist nederiger opstellen?

Ik denk aan Marguerite Yourcenar, de reden dat ik hier in Zuid-Frankrijk ben neergestreken. Ik vertaal een roman over de laatste tien jaar van haar leven – de grote literaire successen (Mémoires d’Hadrien en L’oeuvre au noir) lagen al achter haar, maar ook als zeventiger was Yourcenar nog een productief schrijver. Het overlijden van haar levenspartner Grace Frick – degene die bovendien al haar werk in het Engels vertaalde – maakte dat ze zich vrijer kon bewegen. Met een veel jongere vriend reisde ze de hele wereld over. En dat niet alleen: ze zette zich steeds meer in voor dierenrechten. Correspondeerde daar zelfs over met Brigitte Bardot.

Wat zou Yourcenar gedacht hebben van dat stierenspektakel in Saintes-Maries-de-la-Mer? Ik vermoed dat ze haar wenkbrauwen nog hoger zou hebben opgetrokken dan ik. Ze had zich er vermoedelijk nogal kritisch, maar welsprekend over uitgelaten tegen de dame naast zich in het bushokje (als ze met de bus had gereisd, dan). Ik besluit mijn mond te houden en geen tirade af te steken tegen de vrouw naast me, al meende ik te zien dat ze ook niet enthousiast werd van de boodschap van het omroepwagentje.

‘Ga je ook terug naar Arles?’ vraagt ze. Ik knik.
‘Eigenlijk zou je dan moeten uitstappen bij Pont de Grau, ongeveer halverwege. Daar is een prachtig vogelreservaat. Witte reigers, flamingo’s…’
Ik glimlach en zeg: ‘Vandaag lukt het niet, maar dank voor de tip. Dat klinkt inderdaad mooi.’

De vrouw heeft wel wat weg van Marguerite Yourcenar. Ik weet zeker dat ik ergens in de roman die ik vertaal heb gelezen dat ze een vogelreservaat in de Provence bezocht. In de verte klinkt nog de omroepstem die het stierengebeuren promoot. In de voetsporen treden van je hoofdpersonage – dat kun je lang niet altijd. Ik zeg: ‘Weet u, u hebt gelijk. Veel beter dan die treurnis in de arena.’


0 reacties

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.