Het schijnt dat oesters geen centraal zenuwstelsel hebben. Nu denk je misschien, wat kan mij dat nu schelen? Maar voor mij was het toch een prikkeling voor mijn hersenen. Sinds ik vegetarisch en zelfs grotendeels veganistisch eet, sta ik soms voor dilemma’s. Meestal mis ik niets aan dierlijk voedsel, met plantaardig eten kan ik heerlijk koken en (uit) eten.
Vlees mis ik totaal niet. Vis vind ik soms nog wel erg lekker. Kaas: houd het uit mijn buurt, of het verleidt me tegen mijn zin. Ik wil niet meewerken aan de massale uitbuiting van dieren die qua gevoelsleven en intelligentie echt niet zo anders zijn dan onze huisdieren, of onszelf. Maar de oester… het snotterige wezentje kon toch al niet op erg veel empathie van mijn kant rekenen. Het smaakt te lekker, vooral met wat vinaigrette en een héél klein gesneden uitje. Als de omstandigheden ernaar zijn, mag ik graag zo’n ziltig slokje naar binnen werken. Vaak vergezeld door een bubbelig wit wijntje of zelfs champagne.
Als echte vegetariër had ik daar natuurlijk wel mijn bedenkingen bij. Ben ik nou echt beter dan een vis of een weekdier? Een oester produceert nog parels ook! Dat zie je mij nog niet zo snel doen. Maar goed, waar moet een dier aan voldoen om door de mens gekoesterd of in leven gehouden te worden?
Koeien, varkens en kippen schijnen allerlei eigenschappen te hebben die wij ook hebben. Ze voelen pijn en emoties, ze hebben een eigen taal en kennen elkaar bij naam. Dat weerhoudt de meerderheid van de Nederlanders er nog niet van om ze op grote schaal en met bewuste bestemming te fokken, te slachten en op te eten. Of ze keer op keer te bezwangeren, hun kind(eren) te jatten om ze vervolgens uit te melken.
Mensen zijn er goed in om zichzelf een beetje voor de gek te houden. We houden graag het beeld op dat we ‘goede personen’ zijn. Dus als we vlees eten, verzinnen we redenen waarom dat (in ons specifieke geval) helemaal niet zo slecht is. Dat het juist gezond is, heus niet zo slecht, dat onze impact op het klimaat verwaarloosbaar is, dat ze minder waard zijn dan wij. Als ik af en toe een harinkje eet sus ik mezelf met het feit dat vissen er ook gewoon niet zo knuffelbaar uitzien. Dat het me niet per se om het eten van dieren gaat, maar om de massale omvang ervan. De milieu-impact. En nu, die oester. Die heeft dus geen zenuwstelsel. En dus voelt die (waarschijnlijk) geen pijn. In ieder geval niet zoals wij dat voelen.
Waar ligt de grens? Tja, de oester voelt geen pijn (zoals wij), maar het is wel een beestje. Een weekdier, dat ook nog eens parels maakt. Is dat anders dan het plukken van bloemen of het eten van appels? Een levend wezen is geen plant. Dus die laat je, in principe, met rust. Toch? Zelfs als ze je niet bevallen, zoals insecten of spinnen in je huis. Die geef ik tegenwoordig een vluchtkans, door een raam open te zetten, of ik help ze een handje door ze te vangen en buiten te zetten. Sóms laat ik ze zelfs gewoon zitten.
Maar toen kwamen de mieren. Op een ochtend waren ze er ineens, in de keuken. Mijn vriend en ik begonnen instinctief een offensief. Met schoonmaakdoekjes veegden we ze bij elkaar, knepen ze fijn, spoelden ze weg. Een losse mier die probeerde te ontkomen plette ik met mijn blote hand. Bij de plint waar ze vandaan leken te komen, strooide ik kaneel. Dat schijnen ze niet lekker te vinden. Waterkokers vol kokend water goten we over het mierennest in de voortuin. Het was een heuse genocide.
Demonstratief liep er een mier over het aanrecht, met in zijn voorpootjes het geplette lijfje van één van zijn kameraden. Een tikje dramatisch, wel. Maar mieren voelen geen pijn, toch? Net als muggen, vliegen en ander ongedierte… In ieder geval niet zoals wij, toch? Ze moeten ook een natuurlijke vijand hebben, en blijkbaar zijn wij dat. Toch? Ik Google maar eens: “voelen mieren pijn?”. Ja, wel dus.
Daar zit ik dan. Met de gemarineerde tofu op mijn bord. Een goed vertroetelde hond in haar mandje. Een column over de vraag of je oesters mag eten. En een mierenmassagraf in de prullenbak.
1 reactie
Niké · 3 juli 2023 op 10:55
Ja, die dilemma’s. Niet makkelijk, niet aangenaam. Soms lekker, zelfs met schuldgevoel. Zoiets?